Skip to main content
Tag

financiering

Blog 66: Welke financiering kiest Bert?

By Blog, Financieren, techniek en visie

Ben je ondernemer met plannen en ideeën? Wil je uitbreiden, groeien, investeren? Wat let je? Goede plannen verdienen het om uitgevoerd te worden. Immers, een goed plan levert rendement op. Je weet precies wat je wil en je weet wat het effect zal zijn van de investeringen. Nog één ding even regelen: de financiering. Want de vraag is: krijg je de financiering rond en zo ja bij welke geldverstrekker en tegen welke voorwaarden? En hoe belangrijk is de prijs?

Wat is de best passende financiering?

Ondernemers met een financieringsvraag doen er goed aan om tijd en rust te nemen om naast de goede investeringsbeslissing óók de beste financieringsbeslissing te nemen. De vraag is: wat is de best passende financiering? We zijn gemakkelijk geneigd te kijken naar de prijs, maar is dat het beste beslissingscriterium?

De context bepaalt

Een voorbeeld, je wilt een fiets kopen, splinternieuw. Je hebt de keuze uit twee modellen: model I is een stadsfiets van € 950, model II is een tourfiets van € 3.450. Welke kies je? Zonder nadere specificatie is die keuze niet te maken. Het maakt nogal verschil of je de fiets 1x per week gebruikt om wat boodschappen te halen, of dat je dagelijks 30 km naar je werk op en neer fietst. De modellen I en II zijn beide een fiets, maar als product zijn de verschillen groot. De context bepaalt mede welke fiets je koopt en welk bedrag je uiteindelijk besteedt. 

Prijs alleen is niet belangrijk

Bij het aantrekken van een lening is dat niet anders. Het verschil van aanbieders vertaalt zich niet alleen in de prijs (de te betalen rente), maar ook in bedrag, looptijd, voorwaarden, zekerheden en snelheid van proces. 

Kijk ook naar de voorwaarden

Een voorbeeld: Bert heeft de keuze uit twee leningen van € 500.000. Financier I vraagt 3,5% rente, Financier II vraagt 6,5% rente. Waarom zou Bert überhaupt de dure lening II overwegen? We kijken naar de voorwaarden:

Lening I

Lening II

Hoofdsom

€ 500.000

€ 500.000

Rente

3,5%

6,5%

Aflossing

60 maanden

60 maanden

Vervroegd aflossen

Boeterente

Boetevrij

Zekerheden

Verpanding inventaris
Verpanding voorraad
Verpanding debiteuren
Verpanding creditgelden
Medeschuldenaar: holding Bert
Borgstelling: Bert privé  € 125.000

Geen zekerheden

Duur aanvraagprocedure

7 weken

1 week

 Bij Lening I zijn Bert, zijn Holding en de werkmaatschappij met handen en voeten gebonden. Als het ooit fout loopt, is hij privé aansprakelijk en zal ok zijn personal Holding worden aangesproken. Bij Lening II betaalt hij wel meer rente, maar daar staat tegenover dat hij persoonlijk geen enkel risico loopt. Voor de “afkoop” van dat persoonlijk risico betaalt hij een premie van 3% extra rente. Is het dat waard?

Keuze van financiering is persoonlijk 

Dat is een persoonlijke afweging. Een gevoelsmatige afweging. Dát is de context waarbinnen een ondernemer een financieringsbeslissing neemt. Voor Bert was de keuze eenvoudig: rust en vrijheid zijn hem extra rente waard. Lening I is in feite een volstrekt ander product als lening II. Een ander product heeft een andere prijs, net zoals bij het eerdere voorbeeld van de fietsen. Bert kan zich de luxe van Lening II veroorloven.

Blijf op de hoogte

Elke week de non-bancaire financiële ontwikkelingen, trends en toekomst via ons volgen? Schrijf je dan in voor onze blog en ontvang deze elke week in je postbus.

 

 

Blog 65: Passende financiering, waar haal je het vandaan?

By Blog, Onderzoek, (markt-)ontwikkelingen, regelgeving

Uit het onderzoek naar de ontwikkeling van de zakelijke non-bancaire financiering in Nederland dat SMF in juni publiceerde bleek dat de omvang van de non bancaire financiering (€ 2,6 miljard) zó groot is geworden dat niet meer gesproken wordt van alternatieve financiering, maar van non-bancaire financiering. De groei vindt plaats in alle delen van de financieringsmarkt van het MKB (zowel de kleine financieringen als ook de grotere miljoenenverstrekkingen). Tevens werd geconstateerd dat met name bij de financieringsvolumes tot € 1 miljoen het volume van de bancaire financieringen jaarlijks afneemt versus een toename van non-bancaire verstrekkers. De non-bancaire financiers nemen de financieringsrol van de banken in dat segment langzaam maar zeker over.

Het aanbod van financiering is groot en divers geworden, waardoor het voor ondernemers niet altijd duidelijk is waar zij het beste een financiering kunnen aanvragen. De rol van gespecialiseerde financieringsadviseurs wordt in deze markt belangrijker. Zij kunnen de MKB ondernemer begeleiden in hun zoektocht naar financiering. In eerder gepubliceerde blogs hebben wij de verschillende aanbieders van financiering besproken. Onderstaand is een samenvattend overzicht, verdeeld over 4 groepen, opgenomen. Tenslotte is een tabel toegevoegd: dit geeft antwoord op de vraag welke aanbieders gespecialiseerd zijn in welke obligo’s (omvang van bedragen). 

Voor het overzicht onderscheiden wij 4 hoofdgroepen van geldverstrekkers:

1.  Non-bancaire geldverstrekkers

Hieronder rekenen wij de financiers die onderwerp waren van het onderzoek van SMF:

  • Crowdfunding / crowd finance
  • Direct lending / investeringsplatforms
  • Kredietunies
  • Factoring
  • Leasing
  • Vastgoed financiering
  • MKB beurs

2. Keten- en transactie financieringen

Hieronder vallen allerlei (creatieve) financieringsoplossingen die partijen in de keten, binnen hun transacties, met elkaar overeenkomen. 

  • Leverancierskrediet; hieronder valt niet alleen het gewone leverancierskrediet. Een leverancier kan ook in een éénmalige transactie medefinancieren d.m.v. een vendorloan (verkoop onroerend goed, verkoop onderneming, verkoop machines, etc.) 
  • Afnemersfinanciering: Afnemers die vooruit betalen financieren het werkkapitaal van een onderneming.
  • Fiscus: met de fiscus kan men bij achterstand soms goede afbetalingsregelingen overeenkomen. Belangrijk is dat de fiscus “als gewone financier” volledig wordt geïnformeerd en betrokken.

3. Eigen netwerk

Ook het eigen netwerk kan een heel creatieve bron van financiering zijn. Onder deze categorie scharen wij

  • Eigen inbreng van de ondernemer
  • FFF: Family, Friends en Fans
  • WNP: Werknemersparticipatie
  • Informal investors
  • “collega” ondernemers: andere ondernemers uit het eigen netwerk die elkaar helpen

4. Overige traditionele verstrekkers

In bovenstaande categorieën zijn al enkele langer bestaande geldverstrekkers vermeld (zoals factor- en lease maatschappijen). De nog niet genoemde traditionele verstrekkers zijn

  • Banken  en
  • Participatiemaatschappijen

Wie is jouw financieringspecialist?

Het aanbod van financiering is groot. Door het grote aantal verschillende financiers is het de vraag: Wie is SPECIALIST in welk obligo? Immers, voor een financiering van € 10.000 kun je beter niet aankloppen bij een bank. Voor een financiering van € 10 miljoen moet je niet bij een Kredietunie zijn. In onderstaande tabel hebben wij d.m.v. sterren aangegeven tot welke partijen je het beste kan richten. Hierbij zij opgemerkt dat het een indicatieve indeling betreft. 

Aanstal sterren

Blanco : Betreffende geldverstrekker richt zich niet of niet primair op deze obligo’s

∗ : Binnen de groep van deze geldverstrekkers zijn er (enkele) financiers te vinden die betreffende obligo’s verstrekken.
∗∗ : deze obligo’s vormen een belangrijke groep voor deze verstrekker
∗∗∗ : In deze obligo’s is de betreffende geldverstrekker een specialist

< € 50k

< € 250k < € 1 mln < € 2,5 mln < € 10 mln >  € 10 mln
Non-bancair Toelichting
Crowdfunding

∗∗

∗∗∗

∗∗∗

Direct lening / investeringsplatforms Platforms hebben verschillende doelgroepen.
Er zijn platforms die zich beperken tot € 50.000,
er zijn platform die starten vanaf € 500.000.
Per categorie zijn er specialisten

∗∗∗

∗∗∗

∗∗∗

∗∗∗

∗∗

Kredietunie

∗∗∗

∗∗∗

Factoring Kan per factormij verschillen

∗∗

∗∗

∗∗∗

∗∗∗

∗∗∗

Leasing Kan per leasemaatschappij verschillen

∗∗∗

∗∗∗

∗∗∗

∗∗

∗∗

MKB Beurs

∗∗∗

∗∗∗

∗∗

Vastgoedfinanciering

∗∗∗

∗∗∗

∗∗∗

∗∗

Keten / transactie
Leveranciers

∗∗∗

∗∗

Afnemers

∗∗∗

∗∗

Fiscus

∗∗∗

∗∗

(Eigen) netwerk
Eigen inbreng

∗∗∗

∗∗

FFF

∗∗∗

∗∗∗

∗∗

WNP WNP is primair een arbeidsvoorwaarde

Informal investors

∗∗

∗∗

∗∗

Ondernemers

∗∗∗

∗∗

Traditioneel
Bank Kleine obligo’s worden met standaard-producten bediend

∗∗

∗∗∗

∗∗∗

Participatiemaatschappijen

∗∗

∗∗∗

∗∗∗

Ga voor minimaal 3 sterren

Dit overzicht sluit aan bij de gesignaleerde trend in de markt: de non-bancaire financiers zijn op dit moment in toenemende mate de specialisten voor financieringen tot € 1 miljoen en zij spelen in het segment tussen € 1 en € 2,5 miljoen een steeds belangrijkere rol. In de grotere financieringsvolumes spelen de banken vooralsnog een dominante rol.

Ben je dus op zoek naar passende financiering check het bovenstaande schema en ga dan minimaal voor 3 sterren!

Blijf op de hoogte

Elke week de non-bancaire financiële ontwikkelingen, trends en toekomst via ons volgen? Schrijf je dan in voor onze blog en ontvang deze elke week in je postbus.

 

 

Blog 64: Marktmeester: pak je rol!

By Actualiteiten, Blog


Risico en rendement worden vaak in één adem samen genoemd. De verwachting van een hoog rendement gaat gepaard met een hoog risico. Ik vraag me wel eens af of eenieder zich realiseert wat deze uitspraak echt betekent voor een investeerder? Realiseert men zich wat de vertaling is van “de verwachting van een hoog rendement”? Vrij vertaald: “de serieuze kans op een zeperd”. En dat is alles behalve een aantrekkelijk vooruitzicht. De hoge rendementsverwachting is een roes, het manifesteren van het risico is de kater.

Overheid beïnvloedt risico en rendement

Mensen en organisaties maken voortdurend risico rendements afwegingen. Soms zijn er situaties waarbij de overheid dit proces bewust beïnvloedt, bijvoorbeeld door fiscale wetgeving of garantieregelingen. De overheid doet dat op het moment dat markten zelfstandig onvoldoende functioneren. Stimulerende maatregelen bieden dan hulp.

Zakelijke financieringsmarkt MKB functioneert onvoldoende 

Een markt die op het ogenblik is de zakelijke financieringsmarkt van het midden- en kleinbedrijf. Het is m.n. voor kleine bedrijven lastig passende financiering te vinden en te verkrijgen (zie ook blog 62, waarin wij pleiten voor een financieringsfonds voor MKB financiers). Financieringen tot € 250.000 zijn meer en meer het domein geworden van de nieuwe financiers. Maar ook van particuliere beleggers die direct of indirect (via crowdfunding platforms, via beleggings- en investeringsfondsen) kleine bedrijven financieren. De markt is veranderd, maar functioneert nog onvoldoende. Tijd dus voor de overheid om door middel van wet- en regelgeving de markt te stimuleren!

Fiscale maatregelen kan haperende markt stimuleren

In de afgelopen maanden heeft  Céline Smits voor SMF een afstudeeronderzoek uitgevoerd. Het rapport heeft de titel “Het stimuleren van de Nederlandse MKB financieringsmarkt” en is hier te downloaden. In de studie worden vele overheidsmaatregelen vanuit verschillende landen besproken en beoordeeld en komt de visie van veel betrokkenen uit de markt aan bod. Conclusie is dat de overheid door middel van fiscale maatregelen de haperende markt kan stimuleren.

Onderzoek pleit voor Winwinlening en herinvoering Durfkapitaalregeling

Expliciet wordt gepleit voor een herinvoering van de Durfkapitaalregeling (voorheen Tante Agaathregeling) en de invoering van de Winwinlening naar Belgisch model. Wij onderschrijven deze conclusies en pleiten er voor dat de overheid haar rol van marktmeester grijpt en maatregelen neemt waardoor het in de eerste alinea genoemde verband tussen risico en rendement positief wordt beïnvloed. Het financieren van MKB ondernemingen wordt daardoor vergemakkelijkt.

Blijf op de hoogte

Elke week de non-bancaire financiële ontwikkelingen, trends en toekomst via ons volgen? Schrijf je dan in voor onze blog en ontvang deze elke week in je postbus.

 

Stop fiscale heffing op investeren, stimuleer MKB-financieringsmarkt met Durfkapitaalregeling en Winwinlening

By Actualiteiten, Algemeen, Nieuws, Onderzoek, (markt-)ontwikkelingen, regelgeving


De MKB-sector groeit hard. Dit geldt echter niet voor de MKB-financieringsmarkt. Sinds de kredietcrisis van 2008 is het voor banken steeds minder winstgevend geworden om kredieten te verstrekken aan het MKB. De non-bancaire MKB-financieringsmarkt is een goede mogelijkheid om het gat dat geslagen is tussen banken en het MKB op te vangen. Deze markt stuit echter op veel barrières die ervoor zorgen dat de middelen niet bij het MKB uitgezet kunnen worden die nodig zijn om aan de financieringsbehoefte te voldoen. Een grote barrière voor particuliere investeerders om een grotere rol te spelen in de financiering van het MKB is de vermogensrendementsheffing.

Heffen versus stimuleren onderzocht

De  vermogensrendementsheffing barrière kan worden beslecht door een fiscale stimulans te geven in plaats van een fiscale heffing op investeren, zoals dat nu het geval is. Buitenlandse fiscale voorbeelden en voordelen in het SMF onderzoek Het stimuleren van de Nederlandse MKB-financieringsmarkt, Fiscale steunmaatregelen op basis van internationale voorbeelden wijzen daarop. Daarnaast is er een groeiende noodzaak tot het creëren van meer eigen vermogen in de MKB-sector. 

Over de vermogensrendementsheffing

De vermogensrendementsheffing is een fiscale belasting. In Nederland wordt iedere particulier die qua vermogen boven het heffingsvrij vermogen komt, belast met een vermogensrendementsheffing van tussen de 1,789% en de 5,28%. Het rendement dat particuliere kredietgevers doorgaans voor hun investering terugkrijgen weegt vaak niet op tegen deze heffing. Dit zorgt voor een enorme barrière voor particuliere kredietgevers die door deze belastingheffing sneller afzien van een mogelijke investering in MKB-bedrijven. Dit leidt in Nederland tot een groot MKB-financieringsprobleem omdat de MKB-sector niet de middelen kan aantrekken die ze nodig heeft.

Fiscale stimulans in plaats van fiscale heffing

Elders in Europa blijft de MKB-financieringsmarkt niet zo achter als in Nederland. In het SMF onderzoek is gekeken naar een aantal Europese landen die het op dit vlak goed doen. De desbetreffende landen zijn: het Verenigd Koninkrijk, België en Duitsland. Deze drie landen hebben goede en relatief eenvoudig toepasbare fiscale oplossingen die bijdragen aan het stimuleren van de (non-bancaire) MKB-financieringsmarkt. Er worden namelijk diverse fiscale stimuleringsregelingen toegepast om het financieel aantrekkelijk te maken om het MKB te financieren. Zo maakt België gebruik van vier fiscale regelingen, Duitsland één en het Verenigd Koninkrijk zes. In plaats van een fiscale belastingheffing wordt er in het buitenland een fiscale stimulans geboden. 

Effectiviteit van regelingen vergeleken

Deze fiscale stimulansen zijn in het onderzoek onder de loep genomen en geanalyseerd. In een onderzoek van de Europese Commissie uit 2017 (1.) komt naar voren dat fiscale stimulansen die verlichting bieden bij vervreemding en/of verlies het meest effectief blijken. Nederland heeft in het verleden ook gebruik gemaakt van zo’n fiscale stimulans, namelijk door de invoering van de Tante Agaathregeling, later veranderd in de zogenaamde Durfkapitaalregeling. Deze regeling is echter in 2011 afgeschaft. 

Voorbeelden fiscale stimuleringsmaatregelen die positief uitpakken

In het SMF onderzoek is naar voren gekomen dat voornamelijk de Belgische Winwinlening (2.), een regeling om een achtergestelde lening te verstrekken tegen een laag rentepercentage en de herinvoering van de Durfkapitaalregeling (verstrekken van eigen vermogen om de solvabiliteit van een bedrijf te verhogen) positief zouden kunnen uitpakken voor de Nederlandse MKB-financieringsmarkt.

De Winwinlening biedt de volgende fiscale voordelen aan kredietgevers:

  • Enerzijds een jaarlijkse belastingkorting voor de hele looptijd van de lening. De belastingkorting bedraagt 2,5% van de berekeningsbasis, wat neerkomt op een belastingkorting van maximum 1.250 euro per jaar (want 50.000 euro is het maximum per kredietgever);
  • Anderzijds de mogelijkheid tot een eenmalige belastingkorting in het geval dat de lening niet wordt terugbetaald. Deze belastingkorting bedraagt 30% van het openstaand kapitaal van de lening dat definitief verloren is gegaan.

Met name de kredietverstrekkers die hard worden geraakt door de vermogensrendementsheffing, ontvangen met de Winwinlening een  stimulans om dit verschil te minimaliseren.

De oorspronkelijke Durfkapitaalregeling bestond uit drie fiscale instrumenten:

  • Een vrijstelling voor box 3 van de Wet IB 2001 voor directe en indirecte beleggingen in durfkapitaal. Deze vrijstelling was gemaximeerd tot een bedrag van 51.390 euro en voor partners bedroeg dit bedrag het dubbele (102.780 euro).
  • Verliesaftrek voor de inkomstenbelasting op directe beleggingen in durfkapitaal tot 46.984 euro per startende ondernemer. Deze faciliteit is een persoonsgebonden aftrek. Op grond van de rangorderegeling van artikel 6.2 Wet IB 2001 mag de aftrek ook ten laste komen van box 3 en vervolgens box 2 wanneer box 1 daartoe geen mogelijkheid biedt.
  • Heffingskorting voor directe beleggingen in durfkapitaal. Deze bedraagt per jaar 1,3% van de gemiddelde directe beleggingen tot en met 2010. Deze heffing is sindsdien langzaam afgebouwd totdat het in 2014 volledig is afgeschaft.

Conclusie invoeren Winwinlening en Durfkapitaalregeling

Door het invoeren van de Winwinlening en Durfkapitaalregeling worden particulieren gestimuleerd om in het MKB te investeren en te financieren. De MKB-sector zou daarmee enorm geholpen zijn en minder afhankelijk zijn van de reguliere bancaire financiering en verbeteren ze de algehele financieringsmarkt voor het MKB.

Download het onderzoek

Voor het gehele onderzoek Het stimuleren van de Nederlandse MKB-financieringsmarkt, Fiscale steunmaatregelen op basis van internationale voorbeelden is beschikbaar als pdf via deze link. 

  1. https://ec.europa.eu/taxation_customs/sites/taxation/files/final_report_2017_taxud_venture-capital_business-angels.pdf
  2. https://www.vlaio.be/nl/subsidies-financiering/subsidiedatabank/winwinlening

 

Update: alle erkende MKB Financiers geaccrediteerd door de overheid op een rij

By Corona, Nieuws, Onderzoek, (markt-)ontwikkelingen, regelgeving

Non-bancaire financiers met het keurmerk Erkend MKB Financier spelen, naast de reguliere banken, in de huidige corona crisis een belangrijke rol om MKB bedrijven te ondersteunen met financiering en te voorzien van liquide middelen. Een garantie van de overheid helpt hierbij. Acht non-bancaire mkb financiers met het keurmerk Erkend MKB Financier zijn geaccrediteerd en kunnen met staatsgarantie kredieten verstrekken aan bedrijven die door de corona-maatregelen extra steun nodig hebben.

Goed voor een innovatieve en diverse mkb financieringsmarkt

De garantieregelingen die de overheid ook beschikbaar stelt aan de non-bancaire financiers ondersteunen de verdere ontwikkeling van  een bredere mkb financieringsmarkt met meer keuze in aanbieders en wijst op erkenning voor deze non-bancaire financiers. Ook biedt het een goed perspectief dat de erkende MKB Financiers in het verdere verloop van de corona-crisis en aanstaande herstelprogramma een belangrijke rol van betekenis kunnen blijven spelen.

Erkende MKB Financiers die gebruik kunnen maken van garantieregelingen:

FundIQ
Startgreen/OnePlanetCrowd

Freelance Factoring
NLInvesteert
October
Voordegroei
Geldvoorelkaar
Qredits

Voor meer geaccrediteerde non-bancaire financiers zie ook de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

 

Overheid werkt samen met non-bancaire financiers Geldvoorelkaar en Qredits

By Actualiteiten, Corona, Nieuws, Onderzoek, (markt-)ontwikkelingen, regelgeving

Non-bancaire financiers Geld voor elkaar en Qredits kunnen door ondersteuning van de overheid meer MKB bedrijven voorzien van financiering. Erkend MKB Financier Geldvoorelkaar.nl is geaccrediteerd voor de BMKB-C regeling en krijgt daarmee toegang tot overheidsgarantie bij de financiering van bedrijven die door de coronamaatregelen extra steun nodig hebben. Hierdoor wordt investeren met staatsgarantie ook mogelijk voor particuliere en zakelijke crowdfunding investeerders. Qredits, ook Erkend MKB Financier, kan dankzij een overheidslening van 25 miljoen meer overbruggingskredieten verstrekken. Tijdens de corona crisis verstrekte Qredits al voor bijna 10 miljoen aan kleine kredieten. Daarmee boden ze zo’n 700 ondernemers van financiële ruimte.

Voorzitter Stichting MKB Financiering Ronald Kleverlaan:We zijn als stichting sinds de corona crisis samen met andere partijen flink aan het lobbyen bij de overheid voor extra funding van de non-bancaire financiers. Qredits en Geldvoorelkaar zijn met deze lening en garantie en hun eigen innovaties nu in staat gesteld om het MKB nog sneller en doelmatiger te voorzien van corona overbruggingskredieten.’

Overheid ziet belang in van innovatieve en diverse financiële markt

Stichting MKB Financiering is verheugd dat de overheid de non-bancaire financiers steunt en het belang ziet van een innovatieve en diverse financiële markt. Het is een goede eerste stap om nog meer non-bancaire financiers toegang te geven tot de overheidskredieten. Er blijft echter nog wel een tekort aan funding bestaan bij de non-bancaire financiers. Het zou goed van de overheid zijn om ook mee te helpen bij het oplossen van de funding gap. Dan kan in de komende jaren de toenemende vraag naar kredieten en financiering van het MKB doeltreffend door de marktpartijen worden opgelost.

Update: voor een recente lijst met de Erkende MKB Financiers die geaccrediteerd zijn klik je hier.

Blog 59: Werknemersparticipatie, deel 3: het invoeren van een WNP

By Blog, Non bancaire financieringsvormen, Werknemersparticipatie en comunity finance

De werknemersparticipatie (WNP) is een specifieke vorm van community finance. In een reeks van 4 blogs bespreken wij de kenmerken, de werking en de voor- en nadelen van een WNP. 

Deel 1: Wat is een werknemersparticipatie en welke vormen zijn er
Deel 2: Motieven voor en kenmerken van een werknemersparticipatie
Deel 3: Het invoeren van een werknemersparticipatie
Deel 4: Community finance

Deze week besteden wij aandacht aan het invoeren van een werknemersparticipatie.

Het invoeren van werknemersparticipatie vraagt een zorgvuldige voorbereiding, want de regeling moet lang meegaan. De introductie en invoering van een WNP kent vier fasen:

1. Oriëntatiefase

Wat zijn de afwegingen en motieven en welke doelen wil je nastreven? Wil je medewerkers binden? Zijn er medewerkers die je juist niet wilt binden? Past WNP binnen de cultuur van het bedrijf: is er voldoende communicatie en openheid? Zijn de medewerkers geïnteresseerd in een deelname in het bedrijf? Zijn ze bereid geld te investeren in de onderneming? Wil of kan het bedrijf medewerkers financieel faciliteren om participaties te verwerven? Als duidelijk is dat een participatieregeling past binnen de onderneming, kan men zich oriënteren op welke mogelijkheden en vormen er zijn om te toetsen of deze voldoen aan de geformuleerde doelen. 

2. Ontwerpfase

In de ontwerpfase kies je het gewenste participatiemodel en de omvang van het percentage aandelen dat aan de medewerkers ter beschikking zal worden gesteld. De juridische structuur wordt gecheckt en zo nodig aangepast. In deze fase is het inschakelen van een expert onontbeerlijk. Hoeveel is het bedrijf waard? Er moet een waardebepaling (nulmeting) van de aandelen plaatsvinden, die met de fiscus afgestemd dient te worden. De fiscus wil voorkomen dat medewerkers ‘te goedkoop’ aandelen verwerven, want dat zou een vorm van verkapt loon zijn. Het verdient aanbeveling met de fiscus een lange termijnafspraak te maken over de waarderingsmethode, zodat je niet jaarlijks goedkeuring hoeft te verkrijgen. In de ontwerpfase wordt tevens bepaald hoeveel procent van het aandelenkapitaal voor de medewerkers ter beschikking komt. De vraag is of de regeling voor alle medewerkers toegankelijk wordt gemaakt, of voor een selecte groep. Aan welke voorwaarden en eisen moeten ze voldoen om in aanmerking te komen? Alle voorwaarden en condities worden vastgelegd in een reglement. 

3. Invoeringsfase

De daadwerkelijke invoering vereist goede voorlichting aan de medewerkers. Dit kan geschieden in de vorm van een (beperkte) prospectus. Daarin wordt de bedrijfskundige informatie van het bedrijf opgenomen, evenals een globaal overzicht van de voorwaarden en condities waaronder potentiële deelnemers kunnen deelnemen. Leg in deze fase alle relevante documentatie zorgvuldig vast. Communiceer alleen op basis van de documenten, teneinde ruis in de communicatie te voorkomen. Geef expliciet toelichting op de wijze waarop de waardebepaling (de nulmeting) tot stand is gekomen en leg uit hoe de waarde in de komende jaren zal worden vastgesteld. Dit is immers bepalend voor de waarde van hun deelneming en dus voor het rendement dat de deelnemers op hun investering kunnen realiseren. 

4. Onderhoudsfase

WNP vereist zorgvuldige vastlegging en administratie. Om de handel in de participaties mogelijk te maken, wordt periodiek een “handelsdag” georganiseerd (gebruikelijk is eenmaal per jaar). De medewerkers ontvangen daartoe jaarlijks een specifieke verslaglegging over de gang van zaken van de onderneming, plus de actuele prijs van de participaties. De prijs wordt jaarlijks vastgesteld op basis van de in de regeling opgenomen methode van waardering. Op een handelsdag kunnen medewerkers participaties bijkopen of terugverkopen aan de onderneming (DGA). Periodiek dient de waarde van de participaties door een externe deskundige te worden gecheckt. De frequentie hiervan is mede afhankelijk van de ruling die met de fiscus is getroffen, en van de ontwikkelingen van het bedrijf en zijn omgeving. Een frequentie van eenmaal per drie à vier jaar is meestal toereikend.

Interesse participatie neem toe

Hoewel werknemersparticipaties in het verleden (jaren zestig en zeventig) enige malen inzet zijn geweest bij cao onderhandelingen is het instrument in Nederland beperkt toegepast. Het opleidingsniveau van medewerkers in onze huidige kenniseconomie is hoger en ook ondernemerschap is populairder dan in die periode. Dit zijn wellicht redenen waarom op dit moment de interesse lijkt toe te nemen. Die interesse is breder dan alleen werknemersparticipatie. Ook participatie vanuit de keten (afnemers, leveranciers en financiers) lijkt toe te nemen. Daarom besteden we volgende week nog één blog aan deze verbreding: community finance.

Blijf op de hoogte

Volgende week bloggen we over het invoeren van een werknemersparticipatie. Blijf op de hoogte en schrijf je  in, je ontvangt dan elke week onze blog in je postbus.

 

Blog 58: Werknemersparticipatie, deel 2: motieven en kenmerken

By Blog, Non bancaire financieringsvormen, Werknemersparticipatie en comunity finance

De werknemersparticipatie (WNP) is een specifieke vorm van community finance. In een reeks van vier 4 blogs bespreken wij de kenmerken, de werking en de voor- en nadelen van een WNP. 

Deel 1: Wat is een werknemersparticipatie en welke vormen zijn er
Deel 2: Motieven voor en kenmerken van een werknemersparticipatie
Deel 3: Het invoeren van een werknemersparticipatie
Deel 4: Community finance

Vandaag besteden wij aandacht aan de motieven en kenmerken.  

Motieven

Het invoeren van een WNP is voor een bedrijf een ingrijpend besluit. Het is noodzakelijk vooraf goed te overdenken welke doelen je wilt bereiken en of het invoeren van een WNP daarvoor het geschikte instrument is. Er zijn veel redenen om een WNP in te voeren. Sommige doelen zijn een vorm van beloning, sommigen komen voort uit de wenst tot prestatieverbetering en weer anderen zijn gericht op ondernemerschap. Mogelijke doelen van een WNP zijn:

  1. Een vorm van belonen zonder cash out
  2. Medewerkers stimuleren en motiveren
  3. Werknemers (ver-)binden aan de onderneming
  4. Minder verloop en het vasthouden van goede mensen binnen de organisatie
  5. Het verbeteren van productiviteit en bedrijfsprestaties
  6. Verbeteren van de eigen vermogenspositie
  7. Voorbereiding voor bedrijfsovername op termijn
  8. Talent aantrekken en binden. WNP is meer dan gewoon salaris
  9. Medewerkers laten groeien naar mede ondernemer 
  10. Start up / scale up: als financiën nog ontbreken om toptalent een hoog salaris te bieden

Een aantal doelen stelt het belang van de medewerkers centraal. Anderen (zoals 6, 7 en 9) zijn meer gericht op ondernemerschap en financiering. De gekozen doelen zijn bepalend voor de vorm waarin de WNP wordt uitgewerkt.

Kenmerken 

Na een gedegen voorbereiding en invoering vergt het onderhoud van de regeling weinig tijd en energie. Een werknemersparticipatie regeling heeft een eigen dynamiek. Het is geen eenmalig project, maar meer een manier van werken met elkaar, hetgeen een motiverende invloed heeft op het personeel. Specifieke andere kenmerken en voordelen zijn: betrokkenheid, binding, ‘company proud’. Als werkgever positioneer je het bedrijf als aantrekkelijk voor medewerkers. Zijn in de onderneming medewerkers werkzaam die mogelijk ooit opvolger worden van de huidige ondernemer? Een participatieregeling kan eventueel een voorbereiding zijn op latere overdracht van de onderneming aan één, enkele of meerdere medewerkers. 

Nadelen werknemersparticipatie

Werknemersparticipatie kent ook nadelen. Is het eenmaal ingevoerd, dan zit je er in principe (voor lange tijd) aan vast. Het is immers onderdeel van de arbeidsvoorwaarden. Voor een ondernemer die het vervelend vindt open te communiceren over de gang van zaken van het bedrijf, is participatie door medewerkers niet geschikt. Medewerkers zijn geen ondernemers zoals de dga zelf wel is. Een ondernemer kent het gevoel van risico en weet dat goede jaren door mindere jaren worden afgewisseld. Als je een WNP in het bedrijf hebt en je aan de deelnemers in enig jaar een slecht resultaat moet melden (waardoor de waarde van hun participaties daalt), kan dat tot teleurstelling leiden. Je mag hopen dat het de participerende medewerkers stimuleert tot extra inzet om de bedrijfsresultaten weer te verbeteren.

Arbeidsvoorwaarden instrument met financieringsaspecten

Tot slot iets over het financieringsaspect: het financieringsvolume van een WNP is beperkt. Als de participatie plaatsvindt door uitgifte van nieuwe aandelen, wordt het eigen vermogen versterkt. Het zijn meestal relatief bescheiden bedragen (tot enkele duizenden euro’s) per medewerker. Desalniettemin vergroot een toename van het kapitaal de leencapaciteit van het bedrijf. Als zodanig ondersteunt het de bestaande financiering en verbetert het toekomstige financieringsmogelijkheden. Werknemersparticipatie is in praktijk een arbeidsvoorwaarden instrument met financieringsaspecten. 

Blijf op de hoogte

Volgende week bloggen we over het invoeren van een werknemersparticipatie. Blijf op de hoogte en schrijf je  in, je ontvangt dan elke week onze blog in je postbus.

 

Blog 55: HEel MAchtig, de risico’s van te veel schuld

By Actualiteiten, Blog, Financieren, techniek en visie


Bedrijfsobesitas, zo noemden wij in blog 53 de situatie wanneer een bedrijf is volgestouwd met schulden. In onze recente blogs hebben wij veel aandacht besteed aan gezonde bedrijfsfinanciering. Met gezond bedoelen wij in dit verband dat de omvang van het vreemd vermogen binnen de perken gehouden moet worden. Waarom? Kijk naar de berichtgeving van afgelopen dagen rondom de Hema en het wordt duidelijk: veel schuld leidt tot héél veel macht bij de schuldeisers. In de situatie van de Hema is het eigendom van het bedrijf aan de aandeelhouder ontnomen. Een risico dat ook MKB ondernemers kunnen lopen.

Wat zijn de risico’s van (te) veel schuld?

Een overmaat aan schuld brengt verschillende risico’s met zich mee.

  • Vaste verplichtingen: schuld brengt verplichtingen aan rente en aflossingen met zich mee. Meer schuld betekent derhalve én meer rentelasten én meer aflossingsverplichtingen. Tegenover deze vaste  verplichtingen heeft een bedrijf onzekere inkomsten: inkomsten bij een bedrijf fluctueren en kunnen onverwacht (Corona) dalen. Geringere vaste verplichtingen betekenen dus minder risico. 
  • Oplopende rente: financiers vragen een hogere rente als een bedrijf (te) veel leent.
  • Voorwaarden worden strenger naarmate de schuld toeneemt en financiers vragen steeds meer en zekerheden
  • Per saldo heeft de ondernemer minder vrijheid van handelen, mist hij de middelen om kansen te pakken en wordt hij ‘dienaar van de financiers’. 

Het voorbeeld van Hema bevestigt dat je als ondernemer uiteindelijk de volledige controle over je bedrijf kunt verliezen. Je bent geen ondernemer geworden om te dansen naar de pijpen van de schuldeisers. Ondernemers hebben vaak een heilig geloof in hun idee, hun product, hun unieke propositie. Logisch dat hun focus meer ligt op het verwezenlijken van hun plannen dan op de randvoorwaarden van het ondernemen. Financiering is één van die randvoorwaarden. Maar, randvoorwaarden heten niet voor niets voorwaarden

Voorkomen is beter dan genezen

Om financiële obesitas te voorkomen is het belangrijk om over voldoende eigen vermogen in het bedrijf te beschikken. In voorgaande blogs hebben wij daaraan aandacht besteed. Maar je kan meer doen.

  • Werk planmatig: steeds meer ondernemers werken met jaarplannen en –prognoses. Het voordeel van een prognose is dat je op voorhand de financiële effecten van verschillende scenario’s kan beoordelen. Je kunt tijdig beslissen of, wanneer en hoeveel extra financiering in de komende periode nodig is.
  • Gebruik het plan door het jaar heen! Check periodiek of de realisatie in lijn ligt met de plannen en zo niet, beoordeel dan de afwijkingen en de daarmee samenhangende gevolgen voor de geldstroom in het bedrijf (en dus de financieringsbehoefte).
  • Klein bedrijf, toch een eigen CFO? Natuurlijk! Elke ondernemer zou zijn eigen deeltijd CFO moeten hebben. Dat klinkt zwaar, maar is eenvoudig. Werk samen met een (bij voorkeur externe, onafhankelijke) financieel deskundige waarmee je elke maand 2 uurtjes spart. Sommige ondernemers doen dit samen met hun accountant. In toenemende mate zie je ondernemers die hun eigen financieel adviseur of coach of sparringpartner hebben. Vaak een gespecialiseerde financieringsadviseur die alert is op risico’s én kansen. 

Wie bewust stuurt op gezonde financials kan HEel Makkelijk financiële obesitas voorkomen. Als je er verstandig mee omgaat krijg je van af en toe eens een stukje rookworst echt geen obesitas.

Blijf op de hoogte

Elke week de non bancaire financiële ontwikkelingen, trends en toekomst via ons volgen? Schrijf je dan in voor onze blog en ontvang deze elke week in je postbus.

 

Blog 53: Bedrijfsobesitas, wat doe je eraan?

By Blog, Financieren, techniek en visie

In de afgelopen halve eeuw is de toename van de welvaart samengegaan met de toename van het lichaamsgewicht van mensen. Inmiddels heeft in Nederland 50,2% (!) van de mensen overgewicht. 15 % heeft ernstig overgewicht, obesitas.

Financieel overgewicht door vreemd vermogen

In het Nederlandse MKB is het niet anders. Het financieel overgewicht van bedrijven vertaalt zich in een overmaat aan vreemd vermogen. Een overmaat aan vreemd vermogen leidt tot een (te) lage solvabiliteit. Is de solvabiliteit minder dan 35% dan is er sprake van ‘overgewicht aan financiering’”, is de solvabiliteit minder dan 25% dan is er sprake van financiële obesitas. Lager dan 15% is levensbedreigende financiële obesitas. Ondernemingen met een onvoldoende solvabiliteit zouden hun prioriteit bij vermogensverbetering moeten leggen, níet bij investeren in combinatie met meer financieren. Maar waar kunnen zij terecht? Op de keper beschouwd: nergens.

Geen financiële producten voor verbetering solvabiliteit

In de huidige markt worden géén financiële producten aangeboden waarmee een (kleine) MKB onderneming zijn solvabiliteit kan verbeteren. In blog 52 zijn de instrumenten genoemd waarmee MKB ondernemers de solvabiliteit kunnen verbeteren: 

  • Winstinhouding: klopt, maar dan moet je wel winst maken en misschien járen sparen
  • Balansverkorting: helpt procentueel wel, maar levert geen eigen vermogensgroei op
  • Inbreng extra kapitaal door ondernemer: daar moet je privé dan wel over beschikken
  • Inbreng kapitaal door derden/investeerders: waar vindt “de bakker op de hoek” een investeerder?
  • Werknemersparticipatie: het bindt wel personeel, maar de (te verwachten) verbetering van het eigen vermogen is beperkt.

Conclusie 

Solvabiliteitsverbetering is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Weer een gelijkenis met  overgewicht…

Probleem niet nieuw

Het probleem van te lage solvabiliteit is niet nieuw. In het verleden zijn er verschillende initiatieven en door de overheid geïnitieerde en gesteunde maatregelen geweest. Zo heeft de “Garantieregeling Particuliere Participatie Maatschappijen” uit 1981 tot het ontstaan van veel participatiemaatschappijen geleid. Maatschappijen die voornamelijk de focus hebben op het grotere MKB. In dezelfde periode werd via de toenmalige NIB gedurende een beperkte tijd een ander risicodragend product aangeboden (Kapitaal Krediet). 

Wel aandacht voor start ups en scale ups

De later geïntroduceerde ‘Tante Agaathlening’ (afgeschaft in 2011) was een succesvol (fiscaal) instrument voor kleine ondernemingen. Inmiddels wordt er in de politiek gesproken over een revitalisering van deze regeling in het kader van de discussie over durfkapitaal. De gedachte is dat een nieuwe durfkapitaalregeling de groei van ondernemingen in de beginfase zou kunnen bevorderen. Interessant, maar véél belangrijker is een instrument voor de honderden duizenden bestaande, soms lang gevestigde, bedrijven die onvoldoende gekapitaliseerd zijn. De laatste jaren gaat alle aandacht uit naar start ups en scale ups, dat is hip. Bestaande MKB bedrijven zijn de basis van onze economie, maar zij worden niet in staat gesteld op eenvoudige wijze een gezonde vermogensverhouding te realiseren. Dat is een lacune in het financiële productenassortiment. 

Uitnodiging, wie komt er met een instrument?

Wij nodigen iedereen, ondernemers, adviseurs, politiek, wetenschappers, commerciële marktpartijen, uit om daar eens de gedachten over te laten gaan. Een eenvoudig instrument waarmee het MKB in staat wordt gesteld

  • haar solvabiliteit te verbeteren
  • de basis voor continuïteit te vergroten
  • de leencapaciteit uit te breiden

En daardoor in staat is

  • meer te investeren
  • meer werkgelegenheid te behouden
  • sneller te groeien
  • meer innovatie te realiseren

Wij denken dat het mogelijk is. Wat vind jij? Stuur je feedback, zienswijze, oplossing, instrument of product om de solvabiliteit van het MKB te verbeteren naar info@stichtingmkbfinanciering.nl. We zijn benieuwd!

Blijf op de hoogte

Elke week de non bancaire financiële ontwikkelingen, trends en toekomst via ons volgen? Schrijf je dan in voor onze blog en ontvang deze elke week in je postbus.