Bij een achtergestelde lening zijn de rechten van de schuldeiser (in het geval van faillissement van de schuldenaar) achtergesteld ten opzichte van de andere schuldeisers. De schuldeiser komt in een faillissement in de volgorde van schuldeisers ná de concurrente (‘gewone’) schuldeisers zoals de werknemers en de banken.
Vaak eist een bank dat tijdens de looptijd ook de rentebetaling wordt achtergesteld of zelfs volledig wordt uitgesteld totdat de banklening is afgelost.